Raad van State - arrest nr. 184.606- intrekking vergunning -motivering beslissing - beslissing op verkeerde feiten - schending motiveringsplicht
Feiten
De vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen wordt geweigerd op grond van de volgende motivering. Vooreerst wordt aangegeven dat betrokkene veroordeeld werd voor zware diefstal, aanranding van de eerbaarheid, bedreiging van personen, etc.. Deze veroordeling werd uitgewist na eerherstel. Een eerste poging van de gouverneur om de vergunningen in te trekken, mislukte (zie dit arrest).
De gouverneur motiveerde een nieuwe intrekkingsbeslissing, door te wijzen op de volgende feiten:
- alcoholintoxicatie, en de weigering om de minnelijke schikking te betalen
- bedreigingen
Getoetste bepalingen
Wet motivering bestuurshandelingen
art. 6 wapenwet (oud)
Beslissing Raad van State
Tijdens de procedure levert betrokkene het bewijs dat de minnelijke schikking wel werd betaald. Dit feit is dus onjuist en kan de beslissing tot intrekking niet motiveren. Ook blijkt dat de bedreigingen nooit door de betrokkene zijn toegegeven en kaderen in een burgerlijk geschil. Noch in het advies van de Procureur des Konings, noch in de intrekkingsbeslissing, wordt dit aangegeven.
De beslissingen "blijken derhalve niet op met vereiste zorgvuldigheid vastgestelde, werkelijke bestaande concrete feiten te berusten." en worden vernietigd. De gouverneur wordt veroordeeld tot de kosten van het geding.
Bijlage | Grootte |
---|---|
184606.pdf | 18.01 KB |